Er is steeds meer aandacht voor het koloniale verleden in Nederland. Vroeger waren veel mensen trots op wat Nederland heeft gedaan en bereikt in andere landen. Maar tegenwoordig kijken steeds meer mensen kritisch naar hoe dat gebeurde en hoe dat was voor de mensen in en uit die andere landen. De ‘Gouden Eeuw’ die heeft gezorgd voor heel grote rijkdom voor enkelen in Nederland was namelijk tegelijk voor veel meer mensen over de hele wereld juist een hele nare, pijnlijke en vernederende tijd.
Lang werd aangenomen dat vooral de grote steden en het westen van het land te maken hadden met het koloniale verleden, maar een aantal dingen in ons archief liet zien dat dit beeld eigenlijk niet klopte. We wisten van het bestaan van deze bronnen, maar een goed overzicht van wat er met het koloniale verleden te maken heeft, was er niet. Daarom is een groep vrijwilligers aan de slag gegaan om te kijken welke stukken in onze collecties iets zeggen over het koloniale verleden. Daar kwamen allerlei heel verschillende documenten en andere bronnen zoals kaarten en foto’s bij aan het licht. Deze bronnen laten vooral zien wat mensen hier in Nederland merkten van wat er in de koloniën gebeurde. Ze vertellen weinig over hoe het leven was voor de mensen in de overzeese gebieden. En de stukken die daar iets van laten zien, gaan bijna alleen maar over Nederlanders die daar woonden of vandaan kwamen.
Zo zijn er in Rhenen veel stukken van de rechtbank bewaard gebleven uit de zeventiende eeuw waarin mensen bijvoorbeeld anderen aanwezen die namens hen het loon van zoons, broers en vaders die in een kolonie overleden waren of daar werkten, mochten ophalen bij de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) of bij de West-Indische Compagnie (WIC). In Bunnik zijn juist verschillende stukken bewaard gebleven van mensen die in de twintigste eeuw naar Nederland terugkeerden vanuit Nederlands-Indië (nu: Indonesië). Uit de Utrechtse Heuvelrug komen stukken die de rijkdom laten zien die uit de koloniën voortkwam. Meerdere "kolonialen" gingen daar wonen nadat ze terugkwamen in Nederland. Ze bouwden of verbouwden er grote huizen en drukten hun stempel op de omgeving. Ook in het gebied van de gemeente Houten bezaten mensen in koloniale dienst of die in koloniale dienst geweest waren grond en andere bezittingen. Uit Vijfheerenlanden hebben we documenten waaruit blijkt dat er in Vianen in de achttiende eeuw een lucratieve handel was in koloniale waren, zoals koffie en thee. En in de omgeving van Wijk bij Duurstede is één van de weinige documenten die we hebben waarin tot slaafgemaakte mensen met naam worden genoemd bewaard gebleven. Het gaat om een kopie van een testament uit het begin van de achttiende eeuw van een vrouw die in Batavia (nu: Jakarta) woonde. In een testament schrijft iemand op wat er na zijn of haar dood moet gebeuren met zijn of haar dingen en geld. Deze vrouw liet opschrijven dat na haar dood haar tot slaaf gemaakte mannen, vrouwen en kinderen hun vrijheid (terug) moesten krijgen en ze gaf aan sommigen van hen geld, dingen en zelfs huizen.
De documenten komen uit verschillende tijden. Het oudste stuk dat we vonden is uit 1648, dat is bijna vierhonderd jaar oud dus! Het minst oude stuk is uit 1950. Alle gevonden bronnen zijn opgenomen in een bronnengids, een boek waar in staat welke van de stukken die we hebben te maken hebben met het koloniale verleden. Hier in het Geschiedenislokaal vind je een aantal bronnen die interessant kunnen zijn voor het onderwijs en voor kinderen en jongeren uit de gemeenten voor welke wij de archieven bewaren. Bekijk en lees dus de archiefbronnen en ontdek zelf op welke manier het zuiden van Utrecht in relatie staat met het koloniale verleden.