In Leersum verdedigen ze zich tegen de inval van de Fransen tussen 1672 en 1674 met een legerwagen, die ze huren van iemand uit Amersfoort. Er is een probleem: de Leersummers hebben in 1721 de legerwagen nog steeds niet afbetaald. Daarom stuurt Gerard Morraij een akte aan Frederik van den Honert met de boodschap dat de achterstallige betaling nu oploopt tot 133 gulden en blijft oplopen door de rente die over het bedrag heengaat. Omgerekend zouden de Leersummers zo'n 3300 euro moeten betalen!
Herkomst
Maker |
Gerard Morraij |
Datering |
9 september 1721 |
Collectie |
(035) Gerechtsbestuur Zuilenstein, Leersum en Ginkel |
Organisatie |
|
Nummer |
17 |
Link |
https://www.razu.nl/collectie/online-zoeken-in-archieven/?mivast=74&mizig=210&miadt=74&miaet=1&micode=035&minr=1887843&miview=inv2 |
Verdieping
-
IISG, Value of the Guilder versus Euro:
https://iisg.amsterdam/en/research/projects/hpw/calculate.php
Gerelateerde thema's
Beschikbare tools
Overzicht van alle transcripties
Overzicht van bron(nen) op de kaart
Legerwagen afbetalen
van den Doorslag Notaris S’hoofs van
Utrecht bij d’Edel Achtbare Heeren Borge
meesteren en vroetschappe der stadt
Utrecht geadmitteert in ‘t bijweesen vande
nabenoemde getuijgen den heer en meester
Gerard Morraij oud Borgemeester en raedt der
stad Amersfoort als executeur vanden
testamente wijlen den heer Jacob Morraij
in sijn leven ook raed en borgemeester der
stad Amersfoort en verklaerde te hebben
verkocht gecedeert en getransporteert
gelijk hij doet bij desen aen ende ten be-
hoeve van de keer Fredrick van den Ho-
nert Drossaert der hoge en vrije heerlijk-
heijdt Zuijlesteijn en Leersum seeckere
obligatie of actie van een rentlopend
dartig gulden tot lasten van gemelte
hoge heerlijkheijd Zuijlesteijn Leersum
en Ginkel van de legerwagen;
Waermede den voorschreven dorpe en quar-
tiere in den Francen oorlog vande
jaeren 1672 1673 en 1674 is gedient
ende bij de consecutive settingen
vande dorpslasten bij haer erkend
ende de renten vandien à 4 procent sexto
uijtgeset; Ende dat mette achterstallige
en onbetaelde renten vandien; beken-
nende van het voorschreven capitael en
deese obligatie is
bij … in dato die
5 januari 1733 voor
’t geregt en schepenen
gepasseert verbonden
en tot borge gestelt
voor den ontfangen
der ongelden die
Fredrik van den
Honert als schout
en gadermeester
tot Derthuijsen
gehadt heeft en nog
zal comen te
hebben, breeder bij
de acte daervan
uijtgedrukt, ende
t welk op het
register tot Leersum
behoorlijk aangetekent
t’welk ik betuijge
bij absentie vanden zecretaris
G. van Westbroeck
Ik ondergeschrevene
Agatha Aletta
van Beek als
laatste mede erfgenaam
van wijlen mijnen broeder d’Heer Johan van Beek, in leven heere
van Derthuij
sen, verklaare bij deeze de obligatie in ‘t witte dezes
gemelt uijt zijn bovenstaende
verband te ontslaan, consenteerende oversulx in de roijering vande acte ten gezegtsregistre van Leersum; Actum den 28 maart 1761
A.A.E. v. Beek
renten door handen als voren vol-
daen en betaelt te sijn tot den 1e januarij
1719 van welken tijt af deselve lopen ten
profijte van den coper, renuntierende
derhalven daervan ende van alle
brieven en bescheijden daervan sijnde
ten behoeve voorschreven hem gevende bij desen
procuratie in rem suam; En beloofde
deselve obligatie off actie en renten van
dien te vrijen en waren voor alle
op en aenspraeck onder verband en
submissie als na rechten versoeckende
en consenterende hier van acte die is
dese. Aldus gedaen en gepasseert ‘t
Utrecht ter praesentie van Henrick
vanden Bosch en Godert vanden
Doorslag clerken als getuijgen hier toe
versocht die de minute deses nevens
den Heere comparant en mijn notario
ten prothocolle hebben onderteeckent
op den 9e september 1721
welk ick affirmere
J. v. Doorslag
Notaris
Ik ondergetekende als eijgenaar van
het capitael in deese vermeld, verklaere
van het selve met de daar op ter agter-
ren staende renten, na genoegen voldaen
en betaeld te zijn uijt handen van den
scheepen mr Cornelis de Wijs drossaard
der hooge heerlijkheid Leersum
Actum Utrecht den 18e januari 1768
Nicolaas Kien
Compareerde voor mijn Jacob van den
Doorslag Notaris ’s Hoofs van Utrecht bij
d’Edelachtbare heeren Borgemeesteren
en vroetschappe der stad Utrecht geadmit-
teert in t bijweesen vande nabenoemde
getuijgen, den Heer en Meester Antoni Keppel
heer van Oostbroek ende Bilt, ende ver-
klaerde te hebben verkocht gecedeert en
getransporteert, gelijk hij doed bij desen
aen ende ten behoeve van den heer Fredrik
van den Hovert, drossaert der hoge en vrije
heerlijkheijdt Zuijlensteijn en Leersum
seeckere obligatie of actie van een hon-
dert drie en dartig gulden tot lasten
van gemelte hoge heerlijkheijdt Zuijlesteijn
Leersum en Ginkel, vande legerwagen
waermede eenen Jan Janszoon Meijenzsz.
den voorschreven dorpe en quartiere in den
Francen oorlog van den jaere 1672, 1673
en 1674 heeft gedient, en aen den com-
parant bij acte vanden 16e augustij
1686 voor welgemelten gerechten over
gegeven, en bij de consecutive settingen
van de dorpslasten bij haer erkend ende
de renten vandien uijtgeset; Ende
dat mette achterstallige en onbetael-
de renten van dien; Bekennende
vande waerde van dien door handen
van gemelten drossaert vanden
Honert voldaen en betaelt te sijn,
renuntierende derhalven daer van
Deese obligatie is bij
??? in dato die 5en januarij
1733 voor t’grregt alhier
te Leersum gepasseert
verbonden ende tot
borge gestelt ten
belaeven vanden
heer van den
Derthuijsen Johan
van Beek xxx
voor den ontfang
der ongelden die
Fredrik vanden
Honert als schout
en gadermeester tot
Derthuijsen gehadt
heeft en nog steeds
coomen te daer ..tel
collecteeren
breeder bij de
acte daar van
uijtgedruckt
ende t’welk op het
geregtsregister
te Leersum behoorlijk
is aangeteekent
t’welk ik betuijgen
bij absentie van den
secretaris
G. v. Westbroeck
Ik ondergeschreven
Agatha Alletta
van Beeck als
laatste mede-erfgenaam
van wijlen mijnen broeder d’heer Johan van Beeck, in leren heeze
van Derthuijsen, verklaare bij deze de obligatie in’t witte deezes gemeld
uijt zijn bovenstaende verband te ontslaan, consenteerende oversulx
inde royeering van de acte ten geregtsregistre van Leersum, actum
den 21 maart 1761
A.A. v. Beek
ende van alle brieven en bescheijden
daervan spreeckende ten behoeve als
voren met belofte van deselve te vrijen
en waren voor alle namaninge, mits-
gaders voor alle op- en aenspraeck, onder
verband en submissie als na rechten
versaekende en consecuterende hier van
acte die is dese. Aldus gedaen en gepas-
seert, t Utrecht ter praesentie van de Heer
Wouter Adriaen Keppel en Tomas Pauw
wijnkoper t Utrecht als getuijgen hier
toe versocht op den 21e augsustij 1721 en
die de ruimte deses nevens den comparant
en mijn Notario ten prothocolle hebben
onderteekent op dato voorschreven
welk ick affirmere
ik ondergetekende als eijgenaar van het
capitael in deese vermeld, verklaere van het
selve, met de daar op ten agteren staende ren-
ten na genoegen voldaen en betaeld te zijn
uijt handen vanden heer en meestser Cornelis
de Wijs drossaerd der hooge heerlijkheid
Leersum,
Actum Utrecht den 18 januarij 1768
Nicolaas Kien
Obligaatie
Van 133 guldens
Captaal tot lasten van
T’gereght van
Zuijlesteijn Leersum en
Ginkel gekogt vande
Heer en meester Antonij
Keppel in dato den
21 augustus
1721
Obligaatie
Van 133 guldens captael
tot lasten van t’geregt
van Zuijlesteijn, Leersum
en Ginkel gekogt van
d’heer Burgemeester
Morraij in dato den
9 september
1721