In de 17e eeuw was Nederland erg rijk geworden. Vooral in grote steden zoals Amsterdam en Utrecht woonden rijke burgers die erg veel geld verdienden. De stad was een goede plek als je handel wilde drijven, maar was niet altijd fijn om in te wonen. Er waren geen riolen en allerlei afval belandde op straat en in de grachten. Met name in de zomer kon het er erg vies zijn en stinken. Mensen die geld hadden, kozen er voor om dan de stad uit te gaan. Ze verlangden naar het buitenleven en de natuur!
De stedelingen bouwden in de buitengebieden enorme huizen waar de rijkdom vanaf spatte. Ook werden veel oude kastelen omgebouwd tot luxe buitenplaatsen. De Vecht was een populaire plek, maar ook de Utrechtse Heuvelrug was erg geliefd.
Op deze afbeelding zien we één van die buitenplaatsen, namelijk Zuylestein in Leersum. Zuylestein bestond al sinds de Middeleeuwen. In de 17e eeuw kocht Prins Frederik Hendrik van Oranje het kasteel en liet het verbouwen tot een mooie eigentijdse buitenplaats met prachtige tuinen. Het kasteel bestaat niet meer, maar de tuinen zijn op basis van dit soort kaarten opnieuw aangelegd zoals ze in de zeventiende eeuw waren!